
Een niet energiezuinig kantoor is een blok aan je been.
De inhoud van deze kop kan wel heel letterlijk genomen worden. Laat het nu juist minister Blok zijn die aangegeven heeft dat kantoren vanaf 2023 energiezuinig moeten zijn. De energiezuinigheid wordt via een energielabel aangegeven. Is een kantoor vanaf 2023 gelabeld van D t/m G, dan heeft de eigenaar een groot probleem. De eventuele huurder echter ook. Minister Blok bepaalde dat deze categorie kantoren dan niet meer gebruikt mogen worden. Eigenaren van dergelijke panden hebben dus nu al een blok aan hun been. Nu zal een flink deel van dit soort panden nog versierd zijn een groot bord “Te huur” of “Te koop”. Dat verandert echter niets aan het probleem van de eigenaar. Met de huidige regels zal niemand meer in zo’n kantoorpand geïnteresseerd zijn. Noch om te kopen, noch om te huren. Als de keus niet op slopen valt, dan blijft alleen renoveren over. En reken maar dat die beslissing een zak met duiten gaat kosten.
Over hoeveel kantoorpanden gaat het dan wel?
Door “Milieu & Natuur” wordt aangegeven dat de meeste kantoorpanden van de twintig grootste vastgoedeigenaren niet aan de norm voldoen. Dat betekent dat 54 procent niet aan energielabel C toekomt. In dit geval gaat het om een kwart van de kantorenmarkt met in totaal 1838 panden.
Nu blijkt er een uitzondering te gelden voor heel kleine kantoren en monumentale panden. Die hebben vooralsnog niets met deze “blokkade” de maken. Maar ja, waar eindigt groot en begint klein? Als het om het nemen van verantwoordelijkheid jegens het milieu gaat zou het eigenlijk niets uit moeten maken. Ook eigenaren van kleine panden kunnen eenvoudige maatregelen nemen om een C label te verkrijgen.
Wat is de invloed van “het nieuwe werken” op de investering om een C label te krijgen?
Omdat daar nog weinig over bekend is zijn het voorlopig de afwegingen waarmee we het moeten doen.
- Als steeds meer mensen gedeeltelijk thuis gaan werken, wat blijft dan de bezettingsgraad van een kantoor?
- Mag de besparing op energie, als deze mensen door minder reizen en thuis voor hun werkzaamheden te verrichten en minder energie gebruiken, in de beoordeling van een energielabel worden meegenomen?
- Als er door het flexibel werken minder kantooroppervlakte nodig is voor dezelfde activiteit, ontstaat er dan meer behoefte aan kleinere kantoren? Zo ja, willen dan de eigenaren van grote kantoren daarin nog wel investeren?
- Wat is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van een kantoorpand voor het energielabel en voor welk deel is de huurder verantwoordelijk?
Dit zijn allemaal zaken die ter sprake zullen komen, maar uiteraard geen blokkade mogen zijn om de juiste stappen te nemen. De minister of zijn ministerie kunnen dus nog heel wat vragen verwachten.
Hoe kunnen nu al stappen worden gezet om aan de eisen te voldoen in 2023?
Maatregelen kunnen al heel snel genomen worden. Niet alleen vanwege de eis van het Ministerie, maar ook omdat milieuvriendelijk handelen wordt gewaardeerd door zowel klanten als medewerkers. Bovendien zijn de kosten voor betreffende investeringen behoorlijk omlaag gegaan en is de terugverdientijd een stuk korter geworden. Laten we eens wat voorbeelden noemen:
- Ga over op LED verlichting. Technisch geen grote ingreep. Weet dat traditionele kantoorverlichting 30% uitmaakt van alle elektriciteit in een gebouw. Vervanging van oude lichtbronnen levert tot 65% besparing op.
- Is er ruimte voor zonnepanelen. Gelijk aanpakken mede door de gunstige terugverdientijd.
- Bewegings- of aanwezigheidssensoren kunnen eenvoudig voorkomen dat licht blijft branden in niet in gebruikzijnde ruimtes.
- Heel eenvoudig: Airco aan, ramen dicht.
Met een klein beetje meer investering kan het ook nog verblijfsvriendelijker worden in een kantoor.
Als er nu toch met z’n allen aan de eisen voor een energielabel gewerkt wordt mag daar ook best een beloning tegenover staan. Wat te denken van nieuwe beplanting en/of nieuwe decoratie op de wanden. Durf bijvoorbeeld eens een graffiti kunstenaar uit te nodigen. Vervang “kreupel” meubilair en kijk eens of de ontvangstruimtes en managerskantoren c.q. werkplekken nog representatief zijn. Hierbij kan een efficiënt ingestelde leverancier best een handje bij helpen. En tot slot het geluid. Al eens gedacht aan geluidsabsorberende gordijnstroken en vloerbedekking. Teveel geluid kan namelijk behoorlijk vermoeiend zijn en de productiviteit gaande de dag doen afnemen.
Door op beide fronten te investeren, energiezuinig enerzijds en personeelsvriendelijk anderzijds, zijn er nog meer mensen tevreden te maken.